vrijdag 18 december 2015

Ik zal een ogenblik stil zijn en naar huis toe gaan

Nocturne - Mirthe, 1991



Ik zal een ogenblik stil zijn en naar huis toe gaan

Deze wereld waarin jij lijkt te leven, is niet jouw thuis. En ergens in je denkgeest weet jij dat dit waar is. [...]
Niemand die niet weet waarvan we hier spreken. Toch proberen sommigen hun lijden opzij te zetten in de spelletjes die ze spelen om hun tijd te vullen en hun verdriet van zich af te houden. Anderen zullen ontkennen dat ze bedroefd zijn, en zijn zich hun tranen in het geheel niet bewust. Weer anderen zullen volhouden dat waarvan we spreken een illusie is, die als niets meer dan een droom moet worden beschouwd. Maar wie zou in alle oprechtheid, zonder een verdedigende houding of zelfmisleiding, willen ontkennen dat hij de woorden die we spreken begrijpt? We spreken vandaag voor ieder die in deze wereld leeft, want hij is niet thuis. Hij loopt onzeker rond in een eindeloze zoektocht, en zoekt in het donker naar wat hij niet kan vinden, zonder te weten wat hij zoekt. Hij maakt zich duizend plaatsen tot een thuis, maar niet één stelt zijn rusteloze denkgeest tevreden. Hij begrijpt niet dat hij vergeefs bouwt. Het thuis dat hij zoekt, kan niet door hem worden gemaakt. Er is geen substituut voor de Hemel. Alles wat hij ooit maakte, was de hel.
Misschien denk je dat 't huis uit je kindertijd is dat jij terug wilt vinden. De kindertijd van je lichaam en zijn onderkomen toen, zijn een herinnering die nu zo is vervormd, dat jij enkel een beeld vasthoudt van een verleden dat nooit heeft plaatsgehad.
Toch is er een Kind in jou dat het huis van Zijn Vader zoekt en weet dat Hij hier vreemd is. Die kindertijd is eeuwig, met een onschuld die voor altijd zal duren. Waar dit Kind zal gaan is heilige grond. Het is Zijn Heiligheid die de Hemel op doet lichten en die de pure weerschijn van het licht daarboven, waarin aarde en Hemel als één verenigd zijn, naar de aarde brengt.
Het is dit Kind in jou dat je Vader kent als Zijn eigen Zoon. Het is dit Kind dat Zijn Vader kent. [...]
Dit Kind is jouw verdedigingsloosheid, jouw kracht. Het vertrouwt op je. Het is gekomen omdat Het wist dat jij niet falen zou. Het fluistert tegen je over Zijn thuis, onophoudelijk. Want Het wil jou met zich terugnemen, opdat Het zelf kan blijven en weer terug hoeft te keren naar waar Het niet hoort en waar Het als verstoteling leeft in een wereld van vreemde gedachten. Zijn geduld is grenzeloos. Het zal wachten tot jij Zijn zachte Stem in je hoort, die jou oproept Hem in vrede te laten gaan, samen met jou, naar waar Het thuis is, en jij met Hem.[...]
Christus wordt als niet meer dan een klein Kind herboren, telkens wanneer een zwerver zijn huis verlaat. Want hij moet leren dat het enige wat hij beschermen zal dit Kind is, dat verdedigingsloos komt en door zijn verdedigingsloosheid wordt beschermd. Ga vandaag van tijd tot tijd met Hem mee naar huis. Jij bent hier net zozeer een vreemdeling als Hij. Neem vandaag de tijd om je schild, dat jou niets baat, terzijde te leggen, en de speer en het zwaard neer te leggen, die jij opgeheven hebt tegen een vijand die niet bestaat. Christus heeft jou een vriend en broeder genoemd. Hij is zelfs jouw hulp komen vragen om Hem vandaag gecompleteerd en compleet naar huis te laten gaan. Hij is gekomen zoals een klein kind dat zijn vader om bescherming en liefde moet smeken. Hij regeert het universum en toch vraagt Hij voortdurend dat jij met Hem terugkeert en illusies niet meer als jouw goden aanneemt.[...]
Het Heilige Kind blijft bij jou. Zijn thuis is het jouwe. Vandaag geeft Het jou Zijn verdedigingsloosheid, en aanvaard jij die in ruil voor al het vechtspeeltuig dat jij hebt gemaakt. En nu is de weg vrij en het eind van de reis eindelijk in zicht. Wees een ogenblik stil en ga met Hem naar huis, en wees voor even in vrede.
---
ACIM/ECIW | ISBN 978-90-202-8317-4 NUR: 720 | p. 342-344 | Les 182.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.